Het ging om een legbedrijf met twee leeftijden in een pluimveedicht gebied, waarvan één stal uitloop had. Binnen enkele maanden raakten beide stallen aangetast door dit virus. De bron van het virus is niet bekend. Dieren besmetten elkaar via de mest. De ziekte is nog niet verspreid is naar andere bedrijven. Een specifiek bestrijdingsplan voor een besmet bedrijf is niet te geven. Er bestaan geen vaccins ter voorkoming van schade door deze ziekte. Het verlagen van de infectiedruk door middel van hygiënemaatregelen en een strikte biosecurity zijn momenteel de enige aangewezen methoden.Op het legpluimveebedrijf werd een lusteloos koppel aangetroffen met een voeropnamedaling van 15 tot 20 gram per hen per dag, een productiedaling van 15 tot 20% en een uitval van 2% in 2 weken. Bezoek van een specialistenteam alsmede uitsluitingsdiagnostiek van sectiemateriaal gaf aan dat er op dit bedrijf geen sprake was van vogelgriep.
Het aviaire Hepatitis E-virus veroorzaakt een langzaam spreidend ziektebeeld in vleeskuikenouderdieren en leghennen, gekenmerkt door een te lage productie, slechte kwaliteit van eischalen en verhoogde uitval. Kippen van alle leeftijden zijn gevoelig voor het virus, maar alleen volwassen dieren worden ziek. Het virus is verwant aan Hepatitis E-virusstammen die bij mensen en varkens voorkomen, de varkensstammen vormen een zoönose, de aviaire stammen niet.
Bij sectie zijn vergrote levers en milten te zien, vaak met zeer kleine witte plekjes, kleiner dan een millimeter in doorsnede. Ook kunnen er bloedingen in de lever gevonden worden. Internationaal heet de ziekte om die reden de ‘grote lever- en miltziekte’. Bij histologisch onderzoek van de lever wordt duidelijk dat de witte plekjes bestaan uit dood leverweefsel. De diagnose Hepatitis-E wordt bevestigd door middel van een PCR op aangetast levermateriaal.
Bron: Gezondheidsdienst voor Dieren