Categorie archief: Nieuws pluimveehouderij

Nieuwsberichten pluimveehouderij

Wakker Dier tegen Nieuw Gemengd Bedrijf

Wakker Dier heeft  bezwaar aangetekend tegen de geplande vergunning voor het Nieuw Gemengd Bedrijf in Grubbenvorst (L). Het Nieuw Gemengd Bedrijf is een plan van een aantal ondernemers om op één locatie pluimvee en varkens te houden, en dat te combineren met verwerking van mest en energieopwekking. 

Volgens Wakker Dier is sprake van een extreem groot veebedrijf. Het extreem grote veebedrijf voor 1.1 miljoen kippen en 35.000 varkens wordt meer dan 10 keer groter dan de grens waarboven van een megastal gesproken wordt, schrijft de actiegroep.  ,,Staatssecretaris Bleker noemde een dergelijke stal voor meer dan 1 miljoen kippen afgelopen november nog een exces, maar onderneemt nu niets tegen de bouw. Het dierenleed dreigt ook giga te worden, met varkens en kippen in etages opgestapeld”, aldus Sjoerd van der Wouw van Wakker Dier. ,,Een deel van de kippen wordt in dieronterende krappe kooien gehouden. De andere kippen worden in een nieuw stalsysteem op extreem industriële wijze vetgemest: de plofkippen worden vetgemest op lopende banden die in directe verbinding staan met een slachterij, zodat deze op de slachtleeftijd van de kuikens alleen nog maar afgedraaid hoeven te worden.”

Wakker Dier is verontwaardigd dat de Provincie een vergunning wil verlenen en zeker ook dat Staatssecretaris Bleker hier geen stokje voor steekt. De provincie Limburg heeft in een ontwerpbesluit aangegeven de vergunning voor het gigabedrijf te willen verlenen. Vandaag is de laatste dag dat nog bezwaar (‘zienswijze’) kan worden gemaakt. De Provincie moet nu komende maanden beslissen of ze de vergunning definitief wil verstrekken, waarna er beroep kan (en zal) worden aangetekend.

 

Chinees sterft na H5N1-besmetting

Een humane infectie met de vogelgriepvariant H5N1 heeft na anderhalf jaar weer een mensenleven geëist in China.
Op 31 december overleed een 39-jarige man uit Shenzen nabij Hongkong in een ziekenhuis. Daar was hij een week eerder opgenomen in verband met hevige koorts. Er werd bij hem een infectie met het H5N1-virus vastgesteld. Artsen hebben naar aanleiding daarvan ook 120 mensen onderzocht die recentelijk contact met de man hadden gehad. Zij bleken allemaal gezond te zijn.
Sinds 2003 zijn wereldwijd 573 mensen besmet geraakt met het H5N1- vogelgriepvirus. Het aantal sterfgevallen ligt nu op 336. Het H5N1-virus werd de afgelopen jaren vooral gevonden in het oosten van Azië.Bron: Volkskrant

Nieuwe luchtwasser verbruikt minder energie

Varkens Innovatie Centrum (VIC) Sterksel ontwikkelt samen met Johan Sterken, varkenshouder uit Ommen, een nieuw type luchtwasser: de rotorwasser. Een lager energieverbruik is een van de grootste voordelen van de nieuwe luchtwasser.

De rotorwasser van Johan Sterken onderscheidt zich van reguliere luchtwassers door gebruik te maken van een roterend wasserpakket.  Door de verwachte meerwaarde van de rotorwasser voor de hele varkenshouderij heeft het Productschap Vee en Vlees 50.000 euro beschikbaar gesteld om het systeem in samenwerking met bedrijfsleven praktijkrijp te maken.

Reguliere luchtwassers maken gebruik van pompen om waswater over het wasserpakket te pompen om deze bevochtigd te houden. Hierdoor is het energieverbruik van een reguliere luchtwasser  hoog. Het roterende wasserpakket van de rotorwasser draait door het waswater heen en houdt zich hierdoor continue vochtig. Het voordeel hiervan is dat slechts één lichte elektromotor nodig is om het wasserpakket draaiend te houden. Op eigen initiatief van Johan Sterken zijn al een aantal metingen uitgevoerd door Wageningen UR waaruit bleek dat zeker potentie in het systeem zit qua reductie.

Om de implementatie in de sector ook na het onderzoek te garanderen, is het bedrijf Nijenkamp B.V. uit Lemelerveld bereid gevonden om de productie van de rotorwasser op zich te nemen. In samenwerking met Nijenkamp B.V., Varkens Innovatie Centrum Sterksel, Wageningen UR en Johan Sterken is gekeken naar het ontwerp om tot een optimaal functionerend systeem te komen. Naar aanleiding hiervan wordt een technisch ontwerp gedefinieerd, en zal eind 2011 de nieuwe rotorwasser bij Johan Sterken worden geïnstalleerd.

Varkens Innovatie Centrum Sterksel zal tijdens het proces zorgen voor begeleiding en advies om tot een optimaal werkend systeem te komen. Het uiteindelijke doel is om met deze nieuwe techniek te komen tot een voor de varkenshouderij energiezuinige manier om stallucht te zuiveren.

Vleeskuikenhouders krijgen rapport over antibioticagebruik

Nog dit jaar stuurt het Productschap Pluimvee en Eieren aan alle vleeskuikenhouders en dierenartsenpraktijken het eerste benchmarkrapport over hun antibioticagebruik. Met dit rapport kunnen vleeskuikenhouders en dierenartsenpraktijken via eenvoudige grafieken hun gebruik afzetten tegen dat van collegabedrijven.

Bedrijven en dierenartsenpraktijken zien wat de streefwaarde is, wanneer het bedrijf te hoog zit met het gebruik en actie moet ondernemen (signaleringswaarde) en wanneer het gebruik zo hoog is dat onmiddellijk actie via een verbeterplan moet volgen (actiewaarde).
De volgende stap is een specifieke aanpak voor ‘veelgebruikende’ vleeskuikenhouders en veelvoorschrijvende dierenartsen.

Controle
De controleurs van IKB Kip bekijken bij pluimveehouders of de voorgeschreven antibiotica ook zijn opgenomen in de centrale database. De dierenarts wordt hierop aangesproken als dit niet het geval is. Op korte termijn wordt in de vleeskuikensector de controle op het correcte gebruik van antibiotica aangescherpt met een monstername en analyses van monsters. Zo kan o.a. worden bekeken welke antibiotica zijn toegepast en vervolgens worden bekeken of de ’eigen’ dierenarts deze heeft voorgeschreven. De Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit zal in de nabije toekomst met name bij veelgebruikers intensiever controleren of antibiotica goed zijn toegepast.

 

Bron: PPE

Strengere salmonellaregels voor pluimveeslachterijen

Sinds 1 december gelden er strengere Europese regels voor pluimveevlees dat besmet is met Salmonella Enteritidis (Se) en Salmonella Typhimurium (St). Pluimveevlees met een Se of St besmetting moet eerst verhit worden voordat het in de handel wordt gebracht.
Hierdoor zijn ook de regels voor de aanpak van Salmonella en Campylobacter in Nederland bij pluimveeslachterijen en -uitsnijderijen aangepast. Deze verordeningen gaan de bestaande regelgeving uit 2007 vervangen. De nieuwe regelgeving zal naar verwachting begin 2012 worden goedgekeurd. Om slachterijen en uitsnijderijen de gelegenheid te geven zich voor te bereiden op de nieuwe eisen, heeft het Productschap Pluimvee en Eieren de concept-regelgeving gepubliceerd.In de nieuwe regelgeving is een groot aantal redactionele wijzigingen doorgevoerd om deze transparanter te maken. De belangrijkste inhoudelijke wijzigingen in de nieuwe regelgeving zijn een gevolg van de strengere Europese eisen voor pluimveevlees:

  • Er zijn twee belangrijke nieuwe definities opgenomen: slachtkoppel en slachtuitlaadkoppel. Een slachtuitlaadkoppel is een kleine groep dieren die als eerste uit de stal geladen worden om te worden geslacht. Slachtkoppels worden geladen, geslacht en bemonsterd op stalniveau. Bij slachtuitlaadkoppels gebeurt dit op bedrijfsniveau, met andere woorden hier kunnen dieren uit verschillende stallen van één bedrijf bij elkaar gevoegd worden. Er mag alleen gebruik gemaakt worden van slachtuitlaadkoppels als uit het onderzoek op Salmonella op het vleeskuikenbedrijf bij de betreffende dieren geen Se of St is aangetoond.
  • Er wordt nog een procedure opgesteld op welke wijze slachterijen kunnen voldoen aan de verplichting om vleeskuikens uit verschillende stallen gescheiden te houden.
  • De belangrijkste wijziging met betrekking tot de bemonstering van blinde darm en eindproducten is dat deze uitgevoerd moet worden op slachtkoppelniveau of op slachtuitlaadkoppelniveau. Bij slachtuitlaadkoppels is het nemen van blindedarm monsters overigens niet verplicht.
  • De slachtvolgorde is aangepast. Eerst dienen Salmonella-negatieve koppels geslacht te worden, vervolgens koppels die positief getest zijn op Salmonella van een ander serotype dan Se of St. Als laatste koppels die positief getest zijn op Se of St.
Meer informatie is te vinden op de website van de PVE. Alle pluimveeslachterijen en -uitsnijderijen worden geïnformeerd over de ingangsdatum van de nieuwe regelgeving.
Bron: PVE

Simpeler regels voor pluimveehouders die mest laten verbranden

Pluimveehouders die al hun mest laten verbranden door BMC Moerdijk, komen in aanmerkingen voor het zogenoemde Spoor 2 in de mestregelgeving. Bemonsteren en analyseren van de mest is dan niet meer nodig.

Er zijn inmiddels 19 leden van coöperatie DEP die voor 2011 een ontheffing voor de bemonstering en analyse van pluimveemest van Dienst Regelingen hebben ontvangen omdat ze hun gehele overschot aan mest via de coöperatie leveren aan BMC Moerdijk. Voor 2012 hebben zich tot nu toe 70-tal leden opgegeven die graag voor Spoor 2 in aanmerking komen.

Voor deelname aan de Spoor 2- regeling gelden de volgende voorwaarden:

Opgave van de juiste bedrijfsgegevens zoals geregistreerd bij Dienst Regelingen.
De mestkwaliteit moet voldoende te zijn om zeker te zijn dat de mest jaarrond verbrand kan worden.
De pluimveehouder verzorgt de jaaropgave, een ondertekend contract en een verantwoording dat het gehele bedrijfsoverschot aan mest naar coöperatie DEP is afgevoerd.
De pluimveehouder moet de coöperatie informeren wanneer hij meer of minder mest produceert dan de jaaropgave.
Bedrijven die naast pluimveemest ook mest van andere diersoorten produceren, meer dan 5 hectare landbouwgrond hebben of waarvan de mest soms wordt afgekeurd voor verbranding kunnen niet deelnemen.

Tot nu toe is de ervaring dat de pluimveehouders die zich hebben opgegeven niet altijd nauwkeurig zijn met de aan DEP opgegeven gegevens. Indien de gegevens die de coöperatie doorkrijgt afwijken van de bij Dienst Regelingen geregistreerde gegevens kan pluimveebedrijven niet deelnemen aan Spoor 2.

Bron: Coöperatie DEP

Hepatitis-E bij legkippen

In het derde kwartaal is voor de eerste keer in Nederland ziekte door Hepatitis E-virus van het genotype 5 in leghennen aangetroffen.
Het ging om een legbedrijf met twee leeftijden in een pluimveedicht gebied, waarvan één stal uitloop had. Binnen enkele maanden raakten beide stallen aangetast door dit virus. De bron van het virus is niet bekend. Dieren besmetten elkaar via de mest. De ziekte is nog niet verspreid is naar andere bedrijven. Een specifiek bestrijdingsplan voor een besmet bedrijf is niet te geven. Er bestaan geen vaccins ter voorkoming van schade door deze ziekte. Het verlagen van de infectiedruk door middel van hygiënemaatregelen en een strikte biosecurity zijn momenteel de enige aangewezen methoden.Op het legpluimveebedrijf werd een lusteloos koppel aangetroffen met een voeropnamedaling van 15 tot 20 gram per hen per dag, een productiedaling van 15 tot 20% en een uitval van 2% in 2 weken. Bezoek van een specialistenteam alsmede uitsluitingsdiagnostiek van sectiemateriaal gaf aan dat er op dit bedrijf geen sprake was van vogelgriep.

Het aviaire Hepatitis E-virus veroorzaakt een langzaam spreidend ziektebeeld in vleeskuikenouderdieren en leghennen, gekenmerkt door een te lage productie, slechte kwaliteit van eischalen en verhoogde uitval. Kippen van alle leeftijden zijn gevoelig voor het virus, maar alleen volwassen dieren worden ziek. Het virus is verwant aan Hepatitis E-virusstammen die bij mensen en varkens voorkomen, de varkensstammen vormen een zoönose, de aviaire stammen niet.

Bij sectie zijn vergrote levers en milten te zien, vaak met zeer kleine witte plekjes, kleiner dan een millimeter in doorsnede. Ook kunnen er bloedingen in de lever gevonden worden. Internationaal heet de ziekte om die reden de ‘grote lever- en miltziekte’. Bij histologisch onderzoek van de lever wordt duidelijk dat de witte plekjes bestaan uit dood leverweefsel. De diagnose Hepatitis-E wordt bevestigd door middel van een PCR op aangetast levermateriaal.

Bron: Gezondheidsdienst voor Dieren

Knelgevallen batterijverbod melden voor 15 januari

Houders van legkippen die door omstandigheden nog kippen in batterijkooien hebben, kunnen zich tot 15  januari melden als knelgeval. Ze krijgen dan tot 1 juli de tijd om als nog te voldoen aan de eisen van het batterijverbod.

Legkippen mogen met ingang van 1 januari niet meer in legbatterijen worden gehouden. Uit een inventarisatie blijkt dat een beperkt aantal bedrijven buiten hun schuld niet kon omschakelen naar een ander huisvestingssysteem. Zij kunnen zich van 1 januari tot en met 15 januari 2012 bij Dienst Regelingen aanmelden als knelgeval. Voldoet het bedrijf aan de voorwaarden, dan krijgt het een gedoogbesluit dat geldig is tot 1 juli 2012.

Een gedoogbesluit houdt in dat er tijdelijk geen handhavingmaatregelen worden genomen. Bedrijven met een gedoogbesluit hebben wel te maken met beperkende maatregelen. De eieren moeten bijvoorbeeld worden gemerkt en mogen alleen worden afgezet naar de verwerkende industrie.

Zie voor meer informatie over de voorwaarden  het DR-Loket.