Pluimveehouders die al hun mest laten verbranden door BMC Moerdijk, komen in aanmerkingen voor het zogenoemde Spoor 2 in de mestregelgeving. Bemonsteren en analyseren van de mest is dan niet meer nodig.
Er zijn inmiddels 19 leden van coöperatie DEP die voor 2011 een ontheffing voor de bemonstering en analyse van pluimveemest van Dienst Regelingen hebben ontvangen omdat ze hun gehele overschot aan mest via de coöperatie leveren aan BMC Moerdijk. Voor 2012 hebben zich tot nu toe 70-tal leden opgegeven die graag voor Spoor 2 in aanmerking komen.
Voor deelname aan de Spoor 2- regeling gelden de volgende voorwaarden:
Opgave van de juiste bedrijfsgegevens zoals geregistreerd bij Dienst Regelingen.
De mestkwaliteit moet voldoende te zijn om zeker te zijn dat de mest jaarrond verbrand kan worden.
De pluimveehouder verzorgt de jaaropgave, een ondertekend contract en een verantwoording dat het gehele bedrijfsoverschot aan mest naar coöperatie DEP is afgevoerd.
De pluimveehouder moet de coöperatie informeren wanneer hij meer of minder mest produceert dan de jaaropgave.
Bedrijven die naast pluimveemest ook mest van andere diersoorten produceren, meer dan 5 hectare landbouwgrond hebben of waarvan de mest soms wordt afgekeurd voor verbranding kunnen niet deelnemen.
Tot nu toe is de ervaring dat de pluimveehouders die zich hebben opgegeven niet altijd nauwkeurig zijn met de aan DEP opgegeven gegevens. Indien de gegevens die de coöperatie doorkrijgt afwijken van de bij Dienst Regelingen geregistreerde gegevens kan pluimveebedrijven niet deelnemen aan Spoor 2.