Nederland ontvangt binnen het Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB) van de Europese Unie 4,78 miljard euro voor directe inkomenssteun in de begrotingsperiode 2014-2020. Per jaar is dat 683 miljoen, circa 15% minder ten opzichte van 2013.
Dit jaar ontvangt Nederland nog circa 800 miljoen euro voor directe inkomenssteun uit het GLB-budget. Op basis van het begrotingsakkoord voor de meerjarenbegroting 2014-2020 dat op 8 februari door de regeringsleiders werd gesloten levert Nederland met een bedrag van 384 miljoen euro 7,4% directe inkomenssteun in ten opzichte van de vorige begrotingsperiode. Dat is 95 miljoen meer dan in de eerste voorstellen van de Europese Commissie.
De cijfers over de uitwerking van het gesloten akkoord komen van Agra Facts & Agra Focus uit Brussel, een bureau van journalisten die zich volledig toeleggen op het volgen van de Europese landbouwpolitiek. Zij baseren zich op diverse bronnen in Brussel en stellen dat de cijfers worden bevestigd vanuit verschillende lidstaten. De Europese Commissie en het ministerie van Economische Zaken geven geen commentaar op de cijfers. Alleen Malta levert relatief meer geld voor inkomenssteun in dan Nederland. België levert 252 miljoen in en ontvangt 7,1% minder dan in de GLB periode 2007-2013. Italië verliest 6,5% wat gelijk staat aan 1,68 miljard. Duitsland verliest 1,64 miljard en levert daarmee 4,9% in ten opzichte van de vorige begrotingsperiode. Absoluut gezien gaat Frankrijk het meest achteruit met bijna 2,1 miljard oftewel 4,2%. Het verlies van een aantal landen wordt voor een deel gecompenseerd via het plattelandsbeleid. Via deze tweede pijler ontvangt Frankrijk 1 miljard euro extra. Italië ontvangt langs deze lijn 1,5 miljard euro meer en België 80 miljoen. Meer directe inkomenssteun krijgen alleen de Baltische staten en in veel mindere mate Portugal en Roemenië. Bron: Boerderij Vandaag
|
15 procent minder inkomenssteun tot 2020
Een reactie plaatsen